-
Natural sciences
- Animal biology
- Genetics
- Systems biology
-
Medical and health sciences
- Molecular and cell biology
- Molecular and cell biology
Volgens de theorie van soortvorming accumuleren evolutionaire veranderingen in ruimte en tijd als gevolg van mutaties en/of het optreden van ecologische processen. Beide mechanismen blijken theoretisch mogelijk en hun relatieve belang in de ontstaansgeschiedenis van de meeste soorten blijft tot dusver onbekend. Geïsoleerde bergmassieven blijken bijzonder geschikt voor de studie van soortvorming omdat ze vaak het decor vormen van zowel adaptieve als niet-adaptieve processen. Daar waar soortvorming tot dusver vooral beschouwd werd als het resultaat van verticale genetische uitwisseling, wijzen recente genomische studies op de mogelijkheid van horizontale (laterale) uitwisseling, introgressie en genetische “rescue”. In deze studie wordt via een studie van oost Afrikaanse brilvogels (genus Zosterops) een antwoord gezocht op de vraag in welke mate soortvorming gedreven wordt door “mutation-order” en/of ecologische speciatie, en of plotse omgevingsveranderingen tijdens de evolutionaire voorgeschiedenis van dit soortencomplex geleid hebben tot horizontale (laterale) genetische uitwisseling. Het beschouwde vogelgenus staat hierbij bekend als een voorbeeld van zeer snelle radiatie (“great speciator”). Om deze vragen te beantwoorden, wordt (i) voortgebouwd op recente ontwikkelingen in de studie van het vogelgenoom en in wiskundige simulatie-modellen, en (ii) onderzoek verricht in vier Keniaanse bergmassieven waarin ecologische veranderingen gedurende de afgelopen miljoenen jaren uitzonderlijk goed gedocumenteerd zijn. Er wordt verwacht dat dit project vernieuwende inzichten zal verschaffen in horizontale processen bij soortvorming en in de genomische basis van soortvorming bij vogels.