Wereldwijd stabiliseren of stijgen de percentages van adolescenten die ongezonde producten gebruiken. Dit kan te maken hebben met de perceptie van deze producten als ‘normaal’. Als producten als normaal worden beschouwd, worden ze gezien als veelvoorkomend, sociaal acceptabel en minimaal schadelijk voor de gezondheid. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de industrie normaliserende boodschappen promoot. Normalisatie is problematisch, omdat het de schadelijke aard van de producten verhult of minimaliseert. Om deze percepties te corrigeren implementeren volksgezondheidsorganisaties denormalisatiestrategieën. De huidige strategieën lijken echter onvoldoende, en de WHO pleit voor innovatieve en wetenschappelijk onderbouwde denormalisatiestrategieën. Dit project zal een lacune in de academische literatuur vullen door inzicht te bieden in de rol van publieke en interpersoonlijke communicatie in (de)normalisering. Om het project in de werkelijkheid te verankeren, worden drie gevallen van ongezonde producten in verschillende stadia van normalisatie bestudeerd in elk werkpakket: tabak/e-sigaretten, alcohol en cosmetische behandelingen. Kwalitatief onderzoek zal worden gedaan naar (1) (de)normaliserende publieke discoursen, (2) online en offline sociale normvorming, en (3) hoe individuen de (de)normaliserende communicatie waarmee ze worden geconfronteerd, interpreteren. Deze aanpak leidt ook tot inzichten voor innovatieve denormalisatiestrategieën.