Aanhoudende ongelijkheden in het gebruik van preventieve zorg worden waargenomen binnen en tussen Europese landen, zelfs in uitgebreide verzorgingsstaten. De variantie in en de persistentie van deze gezondheid verklaren ongelijkheden, wenden we ons tot fundamentele oorzaak en diffusie van innovaties theorie om te formuleren baseline hypotheses over ongelijkheden in het onderwijs bij het gebruik van kankerpreventie, in de loop van de tijd en over de hele linie Europese landen. Sociale ongelijkheden hebben een bescheiden resultaatspecifieke, maar een brede algemene impact.
Daarom richten we ons tegelijkertijd op verschillende kankerscreeningspro grammen, namelijk mammografie, uitstrijkjes van de ogen en fecaal occult bloed (FOB) -tests. We zullen (1) testen of niveaus van ongelijkheid in screening opname de laatste fase van diffusie weerspiegelen in de bevolking, en (2) de impact van transnationaal divergent preventiezorgbeleid, gezondheid beleid en sociale ongelijkheden in een breed scala van Europese landen.
Beginnend met diepgaande analyses van de temporele / historische dimensie van screeningstoepassing in België en Zwitserland, we breiden onze modellen vervolgens uit naar andere Europese landen, om ze te dekken verschillende nationale beleidslijnen en praktijken. Voor de Belgisch-Zwitserse vergelijking zullen we vertrouwen op de Belgische en Zwitserse Inter-View-enquêtes onder ziekenhuizen, verspreid over 15 jaar (1997-2012 / 2013), om te verkennen screeningstrends onder verschillende gezondheids- en sociale beleidsvoorwaarden. Voor heel Europa onderzoek van de European Health Interview Surveys, EHIS 1 (2006-2009) en EHIS 2 (2013-2015) zullen gebruikt.