De 11de eeuw wordt doorgaans gezien als de periode waarin het Westerse Christendom voor het eerst strikte morele en gedragsmatige lijnen trok tussen kerkelijken en leken Recent onderzoek heeft echter aangegeven dat veel ideeën en oplossingen voortbouwden op een erfenis die tot twee eeuwen terugging Hierbij is de bijdrage van de 'lange 10de eeuw' (c 880-1020/30) - nochtans een kritieke overgangsfase - echter grotendeels onderbelicht gebleven Hoewel gevalstudies aangetoond hebben dat commentatoren uit deze periode erg begaan waren met de morele identiteit en het gedrag van kerkelijk personeel, blijft een systematische studie van bewaarde narratieven van religieuze distinctie een grote lacune in het onderzoek Om hieraan te verhelpen, zal dit project een comparatieve analyse uitvoeren van een aanzienlijke, regionale steekproef De innovatieve waarde van dit onderzoek ligt in de ambitie verder te kijken dan de huidige focus van de discussie op een beperkte groep commentatoren en hun werk Niet alleen zal het een comparatieve analyse zonder precedent bieden van deze commentaren, maar het zal ook het corpus van primaire bronnen gevoelig uitbreiden door narratieve bronnen te betrekken die tot nu niet onder de aandacht van specialisten zijn gekomen Op die manier zal dit project de plaats geven aan de lange 10de eeuw die deze periode verdient in de studie van religieuze reflectie en debatten in het middeleeuwse Westen