Klimaatverandering is een van de belangrijkste problemen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. Vanwege de lage CO2-uitstoot maakt kernenergie deel uit van een duurzame energiemix. Veiligheids- en afvalproblemen kunnen echter niet lichtvaardig worden opgevat. Voor de laatste is de weg vooruit gebruikte brandstof recyclen met als doel de brandstofcyclus te sluiten. Dit vereenvoudigt het uiteindelijke beheer van radioactief afval, neemt toe proliferatieweerstand en verbetert de economie en duurzaamheid drastisch door een beter gebruik van brandstofbronnen. Het SNETP-implementatieplan beschrijft een technische behoefte aan brandstofrecycling, inclusief verdeling van verbruikte splijtstof, fabricage en karakterisering van kleine actinide-dragende brandstof en de ontwikkeling van transmutatiesystemen. Dit voorstel volgt dat plan en beantwoordt aan NRFP7 van de EURATOM-oproep 2018-2019: onderzoek en innovatie voor partitionering en / of transmutatie. Het richt zich op onderzoek naar geavanceerde partitionering om Am van verbruikte splijtstof, op experimenteel en brandstofprestatiecode ontwikkelingswerk dat het gedrag van Am-lager bestudeert brandstof onder bestraling en op veiligheidsgerelateerd onderzoek ter ondersteuning van het vergunningsproces van MYRRHA in zijn rol in het ontwikkelingstraject voor een speciale accelerator-gedreven transmuter. Opgemerkt kan worden dat voor het eerst de gemeenschappen die werken aan partitionering, transmutatie en de ontwikkeling van MYRRHA zijn samengebracht in één project. Naast het hierboven beschreven technische werk, gaan speciale werkpakketten over onderwijs gericht op pre- en postdoctorale studenten, en met verspreiding waar naast de specifieke belanghebbenden ook middelbare scholieren en het grote publiek is doelwit. Een andere taak op het gebied van kennisbeheer omvat zowel de voorgrondgegevens als metagegevens om ervoor te zorgen dat een goede QA voor V&V mogelijk is. Het project wordt uitgevoerd met een combinatie van experimenten, theoretische studies en numerieke simulaties waarvoor de expertise van 26 onderzoekscentra en universiteiten van 14 EU-landen, Zwitserland, Korea, Rusland en de VS worden samengevoegd.