Project

Linksdislocatie zonder hernemend element in het Frans-Vlaams.

Code
3E028821
Looptijd
01-10-2021 → 30-09-2025
Financiering
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)
Mandaathouder
Onderzoeksdisciplines
  • Humanities and the arts
    • Corpus linguistics
    • Diachronic linguistics
    • Dialectology
    • Historical linguistics
    • Syntax
Trefwoorden
linker periferie links dislocatie syntaxis-discours interface dialectologie Germaanse Frans-Vlaams taal bedreigd zijn (ongebalanceerd) erfgoed speakers Frans Nederlands Comparatief Kwantitatief Surveys en enquêtering Taal- en tekstanalyse Veldonderzoek 16e eeuw 17e eeuw 18e eeuw 19e eeuw 20e eeuw Hedendaags West-Europa Taalkunde
 
Projectomschrijving

Patronen met linksdislocatie (LD) bestaan uit een topic en een commentaar dat iets over dat topic zegt. Het commentaar bevat meestal een hernemend element ('die' in (1), verwijzend naar 'die mensen').

1) Die mensen[i], die[j] zijn arm.

Dit project betreft een nooit beschreven type LD in het Frans-Vlaams (FV, een bedreigde Germaanse variëteit gesproken in Noord-Frankrijk) dat niet geattesteerd is in het Standaardnederlands. In dit type LD wordt de verbinding tussen topic en commentaar niet via een hernemend element tot stand gebracht, maar door middel van semantische, pragmatische of fonologische middelen (zoals intonatie).

2) Ruisscheure[i] ze[j] zijn raar (‘zeldzaam’) de Vlamingen[j]

Op basis van verschillende datatypes (historische en nieuwe opnames en waardeoordelen) en door vergelijking met talen waarin gelijkaardige fenomenen voorkomen (vb. Frans en Mandarijn) onderzoekt deze studie drie zaken:

i. Het stelt een typologie op van de soorten LD zonder hernemend element in het FV,
ii. Het onderzoekt hoe ze functioneren,
iii. Het gaat na waarom ze precies in het FV voorkomen.

De belangrijkste hypothese voor (ii) is dat de patronen niet louter syntactisch kunnen worden verklaard. Daarom onderzoek ik in hoeverre de eigenschappen en beperkingen van de constructie syntactisch zijn. Om te verklaren waarom ze precies in FF (iii) worden gevonden, houd ik rekening met inzichten uit studies over spontaan gesproken taal, maar ook uit het onderzoek naar erfgoedsprekers.