Project

Beste landbouwpraktijken van teelten in combinatie met nateelten/vanggewassen

Code
174V09111
Looptijd
01-10-2011 → 30-09-2014
Financiering
Gewestelijke en gemeenschapsmiddelen: divers
Onderzoeksdisciplines
  • Agricultural and food sciences
    • Agricultural animal production
    • Agricultural plant production
    • Agriculture, land and farm management
    • Other agriculture, forestry, fisheries and allied sciences
Trefwoorden
nateelten
 
Projectomschrijving

Het gebruik van vanggewassen is een agromilieumaatregel die tot doel heeft de verliezen van stikstof na een bepaalde teelt (in casu graangewassen) te verminderen in vergelijking met een teelt die niet door een vangewas wordt gevolgd. Bij toediening van een bijkomende bemesting op de graanstoppel moet het dus zo zijn dat de N-verliezen door uitspoeling kleiner zijn dan bij een (onbemeste) graanstoppel die niet gevolgd wordt door een vanggewas. Bovendien mogen de verliezen niet significant groter zijn dan bij een graanstoppel gevolgd door een niet-bemest vanggewas. De onderzoeksvraag vanuit VLM is dus in eerste instantie of een bemesting op de graanstoppel, gevolgd door een vanggewas, mogelijk is binnen deze randvoorwaarden, en hoe groot deze bemesting dan kan zijn. Aangezien deze bemesting op de stoppel momenteel begrepen is in de totale bemestingsnorm voor het graangewas is het noodzakelijk een globale evaluatie van de bemestingsnorm uit te voeren. Bijkomend moet nagegaan worden wat de effecten zijn van het inbrengen van het vanggewas, met bijkomende bemesting, op de opbouw van organische (kool)stof in de bodem. Binnen de steeds strenger wordende bemestingsnormen in Vlaanderen is het behoud of de opbouw van bodem organische stof (BOS) immers een zeer grote bezorgdheid. Het doel van het voorliggende onderzoeksproject is om via een combinatie van een literatuurstudie, vroegere proefveldgegevens, gerichte veldproeven, incubatieproeven en modellering binnen een strikt tijdskader een onderbouwd antwoord te geven op deze vragen. Een expliciet doel is het dusdanig opzetten van de proeven en modelsimulaties dat publicatie van (minstens een deel van) de resultaten in internationale peer-review tijdschriften mogelijk is tegen eind 2013. De toetsing van dit onderzoek aan internationale wetenschappelijke expertkennis via dergelijke publicaties zal immers één van de sterkste argumenten zijn om de DG Environment van de EC te overtuigen van de degelijkheid van het gevoerde onderzoek. Eventueel kunnen leden van het consortium de resultaten van dit onderzoek mee gaan verdedigen bij de DG Environment; op dergelijk moment kan de wetenschappelijke expertise van het consortium doorslaggevend zijn.