Dit project biedt een diachronische studie van vorstelijke archiefvorming in de Lage Landen tijdens de veertiende tot zestiende eeuw. Het onderzoekt hoe de Bourgondisch-Habsburgse vorsten de pre- Bourgondische Vlaamse grafelijke archieven instrumentaliseerden om hun regionale politiek en administratief beleid te versterken. Hiervoor hanteert het een drieledige sociaal-antropologische benadering van een bronnencorpus bestaande uit inventarissen, cartularia, registers en originele documenten uit de ‘Trésor de Flandre’: (1) pragmatisch-organisatorisch, (2) politiek-ideologisch en (3) sociaal-cultureel. De studie benadert archieven als dynamische instrumenten van macht en memoria, en kiest voor een holistische benadering door àlle archiefstukken te bestuderen als deel van een georganiseerd systeem, de 'archival bond'. Dit perspectief laat toe beter te begrijpen hoe praktijken van vorstelijk archiefbeheer werden gepercipieerd en overgedragen over verschillende generaties en bestuursvormen heen. Zo verheldert het hoe deze gebruiken werden aangepast aan nieuwe ideologieën tijdens periodes van staatsvorming en bureaucratische innovatie. Als eerste diachrone studie van vorstelijk archiefbeheer in de Lage Landen, die generaties heersers en staatsstructuren van de late middeleeuwen tot de vroegmoderne tijd overbrugt, draagt dit onderzoek bij aan het begrip van hoe vorsten het verleden herschiepen tot een strategisch instrument voor bestuur, politieke identiteit en dynastieke herinnering.