Dit project onderzoekt de relatie tussen geleefde religie, percepties en ervaringen van het moederschap onder de sjiitische vrouwen in België. Onder het overkoepelende begrip ‘moederschap’ worden in het onderzoek zowel vrouwen met als zonder kinderen opgenomen. Het project ontwikkelt een uitgebreid multi-methodisch kwalitatief onderzoeksplan met behulp van inhouds- en kritische discoursanalyse, interviews en etnografie. Het onderzoekt hoe sjiitische vrouwen in diaspora gemeenschappen onderhandelen over hun moederkeuze en maternaal werk op de kruispunten van sociale, gender en religieuze identificaties. Om dit te verwezenlijken, analyseert het project eerst de sjiitische ethische en praktische richtlijnen met betrekking tot moederschap. Vervolgens verzamelt het empirische onderzoek verhalen van sjiitische moeders om te kijken hoe verenigbaar de religieuze richtlijnen zijn met hun alledaagse ervaringen. Door de analyse breidt de studie het begrip uit van de rol die levende religie speelt bij het vormgeven van de ideologische, praktische en materiële ervaringen van moeders. De onderzoeksdoelstellingen hanteren daarbij een alomvattende aanpak die zowel de juridische als de sociale aspecten van het moederschap omvat. Deze op feiten gebaseerde mening over sjiitische moeders is vooral belangrijk gezien de huidige “othering” van moslimvrouwen in de diaspora.