Hamstring blessures zijn tot op de heden de meest voorkomende en terugkerende acute blessure op het voetbalveld. Ondanks de geleverde inspanningen in voorbijgaand wetenschappelijk onderzoek, zijn de incidentiecijfers de laatste jaren toegenomen (uiteraard mede door de toenemende populariteit van de sport en diens explosieve karakter). Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bijzondere blessuregevoeligheid van de hamstrings waarschijnlijk in belangrijke mate verklaard kan worden door zijn architecturale/morfologische eigenschappen. Cross-sectioneel en retrospectief onderzoek heeft in dit verband aangetoond dat spelers met een verleden van hamstringblessures kortere spiervezels hebben in de voormalig gekwetste Biceps Femoris, en dat dit lengte 'deficiet' tevens een significant verband vertoond met verminderde krachtproductie. Gerelateerd onderzoek heeft aangetoond dat training, meer bepaald excentrische krachttraining, de vezellengte kan vergroten en dat deze oefenvorm, waarschijnlijk mede hierdoor, van preventieve waarde is. Deze studies hebben echter steeds de focus gelegd op de spiervezels in het mid-portion regio, daar waar hamstring blessures nagenoeg altijd voorkomen in de proximale myotendineuze junctie (MTJ). Dit project wenst de pathofysiologische kennis en het blessure-preventief management in het domein van hamstring blessures verbeteren door de specifieke structuur van de proximale MTJ grondig te bestuderen gebruik makend van MRI binnen een prospectief design.