Dit project wil licht werpen op het intellectuele profiel van koning Jasvant Singh van Marvar (1626–1678), in het huidige Rajasthan. Mijn hypothese is dat Jasvant Singh – een vooraanstaand politiek leider – zichzelf als een volmaakte soeverein wilde afschilderen en dat hij deze ambitie gestalte gaf in zijn Vedantische teksten, die tot op de dag van vandaag door onderzoekers verwaarloosd worden. Daarom stel ik voor een close reading te ondernemen van zijn zes werken over de Vedanta-filosofie in Brajbhasha. Door de werken van Jasvant Singh te onderzoeken, probeer ik de canon van bronnen van Vedanta-filosofieën uit te breiden en misschien in vraag te stellen. Onderzoekers beschouwen Sanskrit technische literaire genres (sutra's, sastra's) over het algemeen als teksten die feitelijke "kennis" verstrekken omdat ze systematisch zijn. Mijn onderzoek daagt deze veronderstellingen uit en probeert ons begrip van vroegmoderne Vedantische filosofieën te verrijken door middel van niet-conventionele werken in andere talen dan het Sanskrit. In die zin geeft het inzicht in het samenspel van literair genre en de communicatie van filosofie. Zal het project ook onderzoeken of hij nieuwe literaire genres heeft ontwikkeld die door latere auteurs zijn overgenomen. Het onderzoek zal ook bijdragen aan discussies over de manier waarop een Rajput-heerser - conventioneel gezien als een krijger – zichzelf vorm gaf en de culturele banden met het Mughal-hof op basis van de gedeeld interesse in Vedanta.