Project

Vetzuurmetabolisme en trofische transfer: verbetering van de duurzaamheid in aquacultuur

Code
DOCT/012633
Looptijd
09-10-2024 → 21-09-2025 (Lopend)
Doctoraal onderzoeker
Onderzoeksdisciplines
  • Natural sciences
    • Lipids
    • Marine ecology
  • Agricultural and food sciences
    • Aquaculture
Trefwoorden
vetzuren lipidomics aquatische biologie aquacultuur
 
Projectomschrijving

Wereldwijd is er een toenemende vraag naar bronnen voor eiwitten zoals dierlijke eiwitten, als gevolg van een sterk groeiende bevolking. Dit heeft geleid tot een grotere afhankelijkheid van aquacultuur, waarbij aquacultuur inmiddels de vangstvisserij heeft overtroffen in de levering van aquatische voedselbronnen zoals vissen, schaaldieren en weekdieren. De aquacultuursector staat echter voor uitdagingen met betrekking tot voedselbronnen. Momenteel zijn de meest gebruikte levende voedselbronnen voor vissen rotiferen (Brachionus sp.) en pekelkreeftjes (Artemia sp.). Deze soorten bevatten van nature weinig meervoudig onverzadigde vetzuren, die van groot belang zijn in mariene voedselketens. De toenemende wereldwijde vraag naar duurzaam geproduceerde voedingsbronnen die rijk zijn aan vetzuren vormt een belangrijk probleem. In dit onderzoek wordt het gebruik van copepoden als levende voedselbron voor larvale voeding in de aquacultuur onderzocht. Van copepoden is bekend dat ze de overleving, groei en ontwikkeling van vislarven bevorderen. Het opschalen van copepodenculturen naar commerciële volumes en dichtheden blijft echter een complexe opgave. Om deze uitdagingen aan te pakken, zal de voedselkwaliteit van copepoden – met de nadruk op het vetzuurgehalte – worden geëvalueerd onder wisselende omgevingsomstandigheden (temperatuur en zoutgehalte). Vetzuurprofielen zullen worden geanalyseerd met behulp van GC-MS. Daarnaast zal de schaalbaarheid van copepodenculturen worden getest. Hierbij is het stimuleren van voortplanting tijdens het opschalen een belangrijk element. Daarom zullen regelmatige observaties, het identificeren van triggers voor het uitkomen van eitjes, monitoring van ontwikkelingsstadia en het analyseren van vervellingstriggers worden toegepast. De bevindingen van deze studie kunnen bijdragen aan een duurzamere aquacultuur.