Eosinofiele infiltratie en Staphylococcus aureus kolonisatie zijn beide geassocieerd
chronische rhinosinusitis patiënten met poliepen. Echter, de rol en de ware betekenis van eosinofielen
in de ontsteking van de bovenste luchtwegen wordt nog steeds slecht begrepen. Sinds hun ontdekking en ondanks hun rol
bij antibacteriële afweer werden eosinofielen beschouwd als schadelijke cellen die verantwoordelijk zijn voor weefsel
schade. Echter, in het laatste decennium is er een verschuiving in dit gezichtspunt, sinds meer en meer
aanvullende, goedaardige en regulerende rollen zijn toegeschreven aan eosinofielen.
Ons vorige werk heeft aangetoond dat Staphylococcus aureus-infectie aan het slijmvliesoppervlak kan
aantrekken en activeren van eosinofielen om zogenaamde 'extracellulaire vallen' te induceren om het micro-organisme te vangen
bij patiënten met chronische rhinosinusitis met neuspoliepen. Daarnaast hebben voorlopige gegevens
aangetoond dat eosinofiele producten kunnen interageren met andere immuuncellen. Daarom is het doel van de
voorgestelde werk is om meer inzicht te krijgen in de interacties van eosinofielen en hun producten met
andere afweercellen en om de invloed van S. aureus op deze interacties te begrijpen. Door de
studie van deze interacties en door het identificeren van de belangrijkste moleculen in deze processen die we willen
identificeren van eosinofielen fenotypen gerelateerd aan ontsteking van de bovenste luchtwegen.