-
Social sciences
- Education curriculum
- Education systems
- General pedagogical and educational sciences
- Specialist studies in education
- Other pedagogical and educational sciences
Mensen zijn zeer efficiënt bij het waarnemen van bedreigende visuele objecten (bijvoorbeeld een addertje onder het gras), vooral wanneer ze zijn mentaal voorbereid om dat te doen. Slangen komen vaker voor in Australië dan in België; derhalve een buisvorm in een tuin in Gent gewoonlijk worden geïdentificeerd als een tuinslang, terwijl een dergelijk voorwerp in een grasveld in Perth als de wind wordt waargenomen. Maar wat gebeurt er als de verwachtingen zijn een of andere manier “afgestemd” in de richting van de slechtst mogelijke uitkomst, want opwinding of angst is hoog? Zouden we identificeren sneller bedreigend signalen? Zou dubbelzinnig maar niet bedreigend objecten gemakkelijker kunnen worden gezien als potentieel gevaarlijk? Dit onderzoeksproject wil om beter te begrijpen hoe een negatieve invloed hebben op vormen onze verwachtingen van de wereld door de toekenning van een dreigende connotatie visueel ambigue stimuli. Hoge en lage angstig deelnemers wordt gevraagd om neutraal en emotionele scènes waarvan de inhoud geleidelijk onthuld door het toevoegen van details om een wazig beeld te herkennen. Effecten van (staats-en trait) angst zullen systematisch worden beoordeeld door het gebruik van state-of-the-art psychofysiologische en computationele modeling tools. Onze hypothese is dat, omdat de zeer angstige mensen over het algemeen de neiging om slechte dingen te verwachten, onaangename scenes zal worden sneller dan neutrale scènes herkend. Uiteindelijk zal dit project ons toelaten om nieuwe inzichten te verwerven in de dynamische wisselwerking van de visuele waarneming en (negatief) beïnvloeden.