-
Humanities and the arts
- Business and labour history
- European history
- Modern and contemporary history
- Regional and urban history
- Socio-economic history
- World history
De politieke economieën van de staten van Zuidoost-Europa na de Tweede Wereldoorlog werden bepaald door de doctrine van ontwikkeling. Op lange termijn en vanuit een globaal perspectief slaagde deze ontwikkelingspolitiek er niet in de globale positie van de staten van de regio te bevorderen of ongelijkheid binnen de regio ongedaan te maken. Desalniettemin zijn de sociale en ruimtelijke effecten voortgebracht door de ontwikkelingsdoctrine cruciaal om enkele belangrijke facetten uit de recente sociale geschiedenis van de regio te verklaren, zoals sociaal conflict, polarisatie en migratie. Dit project analyseert de sociaal-ruimtelijke kenmerken en impact van ontwikkelingspolitiek na de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van de periferieën binnen de regio. Het project is opgevat vanuit een drieledige benadering. Het gaat aan de slag met micro-historische studies van sociale verandering in perifere lokaliteiten van Zuidoost-Europa. Het project concentreert zich op structurele processen van rurale en regionale ontwikkeling, verstedelijking en industrialisering in specifieke eenheden van analyse, zoals bedrijven, steden, en rurale gebieden. Het beschouwt daarbij de wisselwerking tussen de politiek van versnelde ontwikkeling, lokale patronen van beperkte staatsmacht en sociaaleconomische periferiteit, en ingebedde sociale verhoudingen. Op het mesoniveau analyseert het project de structurele overeenkomsten tussen perifere sites in Zuidoost-Europa en situeert deze in de context van de imperiale en post-imperiale erfenissen die Zuidoost-Europa als historische regio vormgeven. Tot slot treedt het project in een transregionale dialoog om de relaties tussen ontwikkelingspolitiek, sociaal-ruimtelijke polarisering en sociale dynamiek op een bredere en globale schaal te bestuderen.