-
Social sciences
- Environmental politics
- Institutions and regimes
- International politics
Het doel van dit onderzoeksvoorstel is het in kaart brengen en verklaren van de determinanten van klimaatambitie van de deelnemende partijen aan het Parijsakkoord. Centraal staat de vraag of het Parijsakkoord werkt als een katalysator voor toenemende samenwerking en klimaatambitie, of dat klimaatambitie daarentegen enkel door binnenlandse determinanten wordt bepaald. Zo wil dit onderzoeksvoorstel de breuk dichten tussen literatuur over vergelijkend (nationaal) klimaatbeleid en literatuur over internationaal klimaatbeleid. Op deze manier wordt er beroep gedaan op de ‘zwarte doos’ van binnenlands (klimaat)-beleid om theorieën van internationale klimaatsamenwerking aan te vullen. Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag wordt een collectie van theoretische verwachtingen afgeleid van het katalytische samenwerkingsmodel. Die collectie zal tegenover een verklarend regressiemodel van de politieke economie van klimaatambitie worden geplaatst. Een dataset van de ‘Nationally Determined Contributions’ zal geconstrueerd worden d.m.v. een mixed-method tekstanalyse. Dit vormt de basis om zowel het regressiemodel als de theoretische verwachtingen in een statistische analyse te testen. Als dit onderzoek bevestigt dat het katalytisch samenwerkingsmodel van toepassing is op het Parijsakkoord, dan levert dit bewijs dat de ingebakken opvattingen van klimaatverandering en klimaatsamenwerking als problemen van collectieve actie en ‘freeriding’ al decennialang op het verkeerde spoor waren.