-
Humanities and the arts
- Cultural history
- Medieval literature
- History of religions, churches and theology
-
Social sciences
- Linguistic anthropology
De Carantaniërs waren de eerste Slavische mensen die zich bekeerden tot het christendom. Hun bekering dateert uit de 8e eeuw, honderd jaar vóór de komst van Cyrillus en Methodius. Anders dan hun beroemde opvolgers, lieten de Beierse missionarissen van de Carantani geen literatuur achter van liturgische en pastorale teksten in de volkstaal. De enige taalkundige overblijfselen van de Beierse missie zijn de zogenaamde Freisingse monumenten, drie korte teksten over zonde en belijdenis in een voor de rest Latijnse verzamelhandschrift uit de 10e eeuw die kunnen worden gelinkt aan bisschop Abraham van Freising (957-994). De relatie tussen deze teksten en de activiteiten van het bisdom Freising onder bisschop Abraham is lange tijd onderwerp geweest van wetenschappelijke speculaties, maar onderzoek naar de Freisingse Slavische missie is nooit echt verder gegaan dan de zorgvuldige, maar geïsoleerde studie van de drie teksten in kwestie. De contextualisering van de drie teksten binnen het manuscript zelf en binnen het rijke handschriftenerfgoed van Freising onder Abraham, is nooit systematisch uitgevoerd. Onderzoek bleef filologisch en taalkundig, waar het cultuurhistorisch had moeten worden. Het project beoogt deze achterstallige stap te zetten en de Freisingse teksten in hun cultuurhistorische context te plaatsen door een etnografisch geïnformeerde analyse van het 10e-eeuwse Freisingse handschriftenerfgoed.