-
Humanities and the arts
- Ancient history
Euergetisme, het fenomeen van publieke weldoenerij door Griekse en Romeinse elites ten bate van hun steden, beleefde een ongekende bloei in de vroege Romeinse Keizertijd. Met de opkomst van het Christendom echter zou het euergetisme (afgeleid van het Griekse euergetes, weldoener) volgens veel historici sterk aan belang hebben ingeboet. Chistelijke donoren gaven meer om hun zieleheil dan om hun reputatie onder hun medeburgers, aldus P. Veyne, en dus verloor het euergetisme veel van zijn betekenis. Volgens P. Brown vond er een verschuiving plaats in de collectieve verbeelding: het Grieks-Romeinse civieke ideaal, waarin de giften van stedelijke elites aan hun medeburgers centraal stonden, werd geleidelijk aan vervangen door een Joods-Christelijk ideaalbeeld waarin de charitas van de rijken ten opzichte van de armen de centrale focus was. Dit scenario lijkt volgens andere onderzoekers (cf. C. Lepelley, R. Haensch, Y. Duval and L. Pietri, Ch. J. Goddard, D. F. Caner) echter in tegenspraak te zijn met de bronnen, met name het bewijsmateriaal voor de blijvende populariteit van elite-giften ten bate van spelen en publieke gebouwen (inclusief kerken) in laatantieke steden, voor de zeer dynamische, door rijkselite en keizers gesponsorde wereld van de circusspelen, en voor de voortdurende zorgen die leefden over de Christelijke omgang met euergetische weldoenerij bij auteurs zoals Augustinus van Hippo en Johannes Chrysostomus. Onderzoekers stelden reeds een rivaliserend model van 'Christelijk euergetisme' voor (zie e.g. J.-P. Caillet), waarin de nadruk ligt op de continuïteiten met het euergetisme van de vroege en hoge Keizertijd. In dit project stellen we dit debat centraal en proberen we te komen tot een nieuwe benadering van het fenomeen van laatantieke weldoenerij, een benadering waarin de nadruk niet zozeer ligt op continuïteiten met de eerdere perioden of op ingrijpende transformaties, maar vooral op de rol(len) die laatantieke weldoeners en hun giften speelden in laatantieke maatschappij. De focus zal daarbij liggen op categorieën van giften, hun specifieke context (civiek, kerkelijk, privaat, landelijk?), de sociale profielen van donoren en ontvangers, discours over vrijgevigheid en charitas, en op belonging die donoren verwachtten of kregen in ruil voor hun giften (eretekenen, hoge status, persoonlijke zieleheil...). In het project zullen fondsen gepoold worden met collega's om een jonge onderzoeker een proefschrift te kunnen laten schrijven over deze thematiek.