-
Humanities and the arts
- Chinese language
- Religious ethics
- History of religions, churches and theology
- Study of Buddhism
- Religion and society
Deze dissertatie wil de leemtes opvullen in het onderzoek naar drie lichaamsgerelateerde controverses (de rechterschouder ontbloten, met de benen vooruit zitten tijdens het eten, en het scheren van het haar) die in de boeddhistische apologetische literatuur werden besproken van zodra de Indische gewoonten zich naar China begonnen te verspreiden. Uitgaande van de vraag waarom juist deze drie praktijken zo zwaar werden betwist door de Chinese seculiere samenleving, wil dit onderzoeksproject begrijpen waarom en hoe boeddhisten praktijken verdedigden, terwijl men ze inzette als een middel om de intrede van het boeddhisme op Chinese bodem te legitimeren. Daartoe zullen twee discoursanalyses worden uitgevoerd. Ten eerste worden de discussies historisch gecontextualiseerd aan de hand van een grondig onderzoek van verschillende parallelle bronnen, waaronder klassieke Chinese literatuur, kloosterreglementen, commentaren, biografieën en reisverslagen. Ten tweede, voortbouwend op sociologisch georiënteerde kaders, zal een sterke focus op het lichaam als een kanaal om zowel symbolische als sociale betekenissen uit te drukken - of omgekeerd, als een instrument gevormd door sociale structuren – ons in staat stellen beter te begrijpen in welke mate lichamelijke kwesties van belang zijn op transcultureel vlak (van India tot China) en tijdens de fase van assimilatie van het boeddhisme in China.