Project

Ketodoxapram als behandeling voor atriale fibrillatie bij het paard

Code
42V03424
Looptijd
01-04-2024 → 31-03-2026
Financiering
Middelen door bilaterale samenwerking (privé en stichtingen)
Onderzoeksdisciplines
  • Medical and health sciences
    • Cardiology
  • Agricultural and food sciences
    • Veterinary internal medicine and pathophysiology
Trefwoorden
voorkamerfibrillatie paard diergeneeskunde cardioversie
 
Projectomschrijving

Hartritmestoornissen worden vaak gediagnosticeerd bij paarden en kunnen ernstige gevolgen hebben, zoals collaps of plotselinge dood. Atriale fibrillatie (voorkamerfibrillatie) is de meest voorkomende klinisch belangrijke hartritmestoornis bij paarden. Atriale fibrillatie komt voor bij ongeveer 0,3% van de paarden in de algemene paardenpopulatie en tot 5% van de renpaarden. Hoewel de mechanismen en gevolgen van atriale fibrillatie steeds beter worden begrepen, blijven de opties voor medicamenteuze behandeling beperkt. Zelfs in de humane geneeskunde is de momenteel beschikbare medicatie vaak niet effectief en bovendien is er een hoog risico op bijwerkingen en terugval na de behandeling. Aan de Faculteit Diergeneeskunde in Gent (België) worden paarden routinematig behandeld met een intracardiale elektrische schok onder algemene verdoving, met een slagingspercentage van ongeveer 95%. De elektrische schok resulteert in cardioversie van atriale fibrillatie naar een normaal sinusritme. Deze behandeling kan wereldwijd alleen worden uitgevoerd in enkele zeer gespecialiseerde centra. Om deze technische procedure te vermijden, kan farmacologische behandeling worden uitgevoerd met behulp van medicijnen. Traditioneel worden paarden met atriale fibrillatie behandeld met het medicijn quinidine sulfaat, maar dit medicijn is in veel landen steeds moeilijker te verkrijgen: het product verdwijnt van de markt vanwege de frequente bijwerkingen bij mens en dier. Vaak voorkomende bijwerkingen die optreden na toediening van quinidine bij paarden zijn zwelling van de neus, depressie, hoge hartslag, koliek, diarree, zwakte, hoefbevangenheid, collaps en zelfs plotselinge dood. Het slagingspercentage van een behandeling met quinidine is ongeveer 60-80%, wat ook aanzienlijk lager is in vergelijking met elektrische cardioversie. Andere beschikbare medicijnen zijn nog minder effectief, met een maximaal slagingspercentage van ongeveer 50%, en veroorzaken ook andere bijwerkingen.

Studies in de humane geneeskunde evalueren momenteel geneesmiddelen die zich richten op specifieke ionkanalen in het hart, de TASK-1 kaliumkanalen. Geneesmiddelen die deze TASK-1-kanalen remmen, zoals ketodoxapram, kunnen een nieuwe behandelingsoptie zijn voor atriale fibrillatie. De TASK-1-kanalen komen voornamelijk tot expressie ter hoogte van de atria (voorkamers), waardoor het optreden van bijwerkingen bij toediening van een TASK-1-remmer zoals ketodoxapram tot een minimum wordt beperkt. Specifieke blokkering van de TASK-1-kanalen vertraagt de snelheid van atriumfibrilleren en maakt cardioversie naar een normaal sinusritme mogelijk. Voorlopige resultaten van lopend onderzoek door onze groep toonden aan dat het TASK-1 kaliumkanaal ook bij paarden aanwezig is. Bovendien lijken het TASK-1-kanaal van het paard en de mens erg op elkaar. Daarom lijkt intraveneuze behandeling met ketodoxapram een ideale kandidaat voor behandeling van atriale fibrillatie, met name kortdurend atriale fibrillatie na inspanning of anesthesie.

We zullen de behandeling met ketodoxapram testen bij paarden waarbij atriale fibrillatie wordt opgewekt door een pacemaker. Op deze manier kunnen we het effect van ketodoxapram evalueren voor de behandeling van zeer recent ontwikkelde atriale fibrillatie en voor atriale fibrillatie gedurende twee maanden. Het eerste doel van deze studie is om aan te tonen dat ketodoxapram de atriale fibrillatie kan vertragen en experimenteel geïnduceerde atriale fibrillatie bij het paard kan behandelen. Met behulp van een geïmplanteerde pacemaker zullen we gedurende 48 uur atriale fibrillatie induceren. Door minimaal invasieve atriale biopsieën te verkrijgen met behulp van een pincet die via de halsader in het staande paard wordt ingebracht, zullen we evalueren of dit resulteert in een hogere expressie van de TASK-1-kanalen. Vervolgens zullen we evalueren of toediening van ketodoxapram resulteert in cardioversie naar een normaal sinusritme. We zullen de behandeling met ketodoxapram vergelijken met een placebobehandeling. Daarnaast zullen we verschillende klinische parameters monitoren, zoals hartslag en ademhaling voor en na toediening van ketodoxapram (vergeleken met placebo), en de ketodoxapram-concentratie in het bloed evalueren. Het tweede doel van deze studie is om ketodoxapram te gebruiken voor de behandeling van paarden met chronische experimenteel geïnduceerde atriumfibrillatie (2 maanden). We veronderstellen dat toediening van ketodoxapram de atriale fibrillatie zal vertragen en het hartritme zal converteren naar een normaal sinusritme. Ons uiteindelijke doel is om aan te tonen dat ketodoxapram een veilige en effectieve behandelingsoptie is voor paarden met atriale fibrillatie. Ketodoxapram kan op termijn misschien de voorkeursmethode worden voor de farmacologische behandeling van paarden met atriale fibrillatie.