Project

Ter ondersteuning van de internationale reis van etnografische collecties: Identificatie van hout op Congolese objecten met behulp van micro- en submicron Tomografie - TOCOWO

Acroniem
TOCOWO
Code
12M07820
Looptijd
15-12-2019 → 15-03-2023
Financiering
Federale middelen: divers
Onderzoeksdisciplines
  • Natural sciences
    • Plant morphology, anatomy and physiology
  • Humanities and the arts
    • Heritage and cultural conservation
  • Engineering and technology
    • Data visualisation and imaging
  • Agricultural and food sciences
    • Forestry sciences not elsewhere classified
Trefwoorden
hout houtidentificatie Centrum voor X-stralentomografie van de UGent etnografie UGCT Koninklijk Museum voor Midden-Afrika X-stralen computertomografie Afrika
 
Projectomschrijving

De organisatie van reizende tentoonstellingen en de verspreiding van kunstwerken in internationale bruikleen is een kernactiviteit van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in het kader van de missie van het museum om de collectie toegankelijk te maken voor een groot publiek. Belangrijk is dat het internationale verkeer van museumvoorwerpen onderworpen is aan de handelsregels van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) en dat bijgevolg alle materialen waaruit artefacten worden vervaardigd verplicht moeten worden vrijgegeven vóór de verzending ervan. De identificatie van de houtsoort van etnografische voorwerpen wordt uitgevoerd door de houtwetenschappers van het KMMA door middel van de opsporing van anatomische sleutelkenmerken die onder de microscoop worden waargenomen. Stalen met een radiale dikte van minstens 1 cm worden genomen van de artefacten, ondergaan een uitgebreide en arbeidsintensieve voorbereiding en worden in verschillende dunne schijfjes gesneden. Het is waarschijnlijk dat het monster tijdens de preparatie wordt beschadigd en niet kan worden gebruikt voor identificatie. Bovendien is het mogelijk dat het hout niet kan worden geïdentificeerd door het anatomisch onderzoek van de dunne secties, aangezien er binnen een houtsoort intraspecifieke anatomische variabiliteit kan zijn.

Aangezien het nemen van een monster van het object momenteel essentieel is voor de bepaling van de houtsoort, wordt deze analyse routinematig uitgevoerd voor objecten die zijn geselecteerd voor de reis. Het bemonsteren van artefacten impliceert het verwijderen van (een kleine hoeveelheid) materiaal van een object, en is in tegenspraak met een van de belangrijkste taken van elk museum volgens de ICOM museumdefinitie: het behoud van collecties. Idealiter vereist een identificatietechniek geen monstername. Dit onderzoeksproject zal het gebruik van micro-CT (μCT) en subμCT als beeldvormingstechniek voor het observeren van de anatomische kenmerken van hout evalueren. Kleine objecten of kleine delen van objecten kunnen gescand worden zonder dat er een staaltje nodig is of slechts een fractie van het staal dat nodig is voor microscopisch anatomisch onderzoek. De CT-benadering zal een digitale 3D-reconstructie van het (deel van het) object met een zeer hoge resolutie mogelijk maken. Dit beeld kan digitaal worden gesneden in eender welke richting, waardoor de kans op het vinden van voldoende belangrijke kenmerken voor de identificatie van de houtsoort groter is.

Het project zal worden uitgevoerd in drie fasen. Eerst zal een database worden aangelegd van houtsoorten die relevant zijn voor de identificatie van Afrikaanse etnografische objecten uit de collectie van het KMMA. Ten tweede zullen de CT-beelden worden vergeleken met de microscopische analyse door middel van het heronderzoek van 64 houten objecten die in het verleden werden bemonsterd. In een derde fase zullen maximaal 50 objecten worden geanalyseerd met behulp van CT om te evalueren of de techniek geschikt is voor de systematische identificatie van de houtsoorten van etnografische objecten.

Het ontwikkelde protocol zal ook de wereldwijde verspreiding van artefacten in internationale bruikleen of in een andere reizende context bevorderen. De resultaten van het project ondersteunen dus de ontwikkeling van het federale collectiebeleid ten voordele van het publiek van de musea en ten voordele van toekomstige onderzoeksprojecten.