-
Social sciences
- Criminological theories
- Punishment and criminal justice
- Criminology not elsewhere classified
Zowel op internationaal (Sustainable Development Agenda 2030, UNGASS Outcome document 2016), als op Europees niveau (EU-Drugsstrategie 2013-2020, EU-Drugsactieplan 2017-2020) wordt het belang van monitoring en evaluatie benadrukt. Beleidsevaluaties informeren immers over de evidence base tijdens elke fase van de beleidscyclus - ex ante, ex nunc, ex post –., wat op zijn beurt dan weer essentieel is voor beleidsvorming (EMCDDA, 2017a).
De afgelopen twee decennia hebben steeds meer EU-lidstaten hun nationale drugsbeleid geëvalueerd (EMCDDA, 2017b). Deze evaluaties verschillen echter sterk in type en reikwijdte. Procesevaluaties komen het vaakst voor (EMCDDA, 2004, 2017c). De nadruk van dit type evaluatie ligt voornamelijk op het nagaan van de mate van implementatie van het nationale drugsbeleid (Galla et al., 2006; Moreira et al., 2007; National Audit Office, 2012; Trautmann & Braam, 2014; Trautmann et al., 2011), al wordt ook aandacht besteed aan criteria zoals ‘relevantie’ (Culley et al., 2012), en ‘coherentie’ (Muscat & Pike, 2014) van het beleid.
Heel wat van die Europese evaluatiestudies geven echter aan dat methodologische beperkingen, een gebrek aan instrumenten voor monitoring en evaluatie, evenals een gebrek aan basisgegevens, een meer uitgebreide evaluatie in de weg staan (Galla et al., 2006; Trautmann & Braam, 2014; Trautmann et al., 2011). Resultaat- en impactevaluaties van een nationaal drugsbeleid blijven om die reden dan ook beperkt (EMCDDA, 2017c; Home Office Government, 2017; van Laar & van Ooyen-Houben, 2009).
De resultaten van eerder Europees, inclusief Belgisch, evaluatieonderzoek naar drugsbeleid in acht genomen, stellen we dan ook een tweeledige aanpak voor.
Enerzijds zal EVADRUG een algemene procesevaluatie van het gehele Belgische drugsbeleid uitvoeren, gebaseerd op de Realistische Evaluatietheorie van Pawson & Tilly (1997). Dit type evaluatie richt zich niet alleen op hoe een beleid werkt, maar ook voor wie en in welke context een beleid werkt.
Anderzijds zullen we een proces-,output- en –indien mogelijk- outcome-evaluatie uitvoeren van een selectie van integrale en geïntegreerde interventies binnen de pijlers van het Belgische drugsbeleid (Preventie; Zorgverlening, risicobeperking en herintegratie; handhaving).
Doelstellingen van het project
Het EVADRUG-onderzoek heeft een viervoudige doelstelling:
1. Een evaluatiekader ontwikkelen dat geschikt is voor de evaluatie van het Belgische drugsbeleid.
2. Een procesevaluatie uitvoeren van het Belgische drugsbeleid.
3. Een gerichte proces-, output- en – indien mogelijk - outcome-evaluatie uitvoeren van enkele integrale en geïntegreerde interventies binnen het Belgische drugsbeleid.
4. Aanbevelingen formuleren ten aanzien van het Belgische drugsbeleid en de specifieke interventies.
Methode
Voortbouwend op de methodologie van eerder Europees evaluatieonderzoek, wil dit onderzoeksproject zijn onderzoeksdoelstellingen realiseren op basis van een multi-methodische aanpak, waarbij kwantitatieve en kwalitatieve methoden worden gecombineerd om een vollediger beeld te krijgen (Creswell & Clark, 2017; Trautmann & Braam, 2014).
Het EVADRUG onderzoek bestaat daarom uit vier werkpakketten:
WP 1: Het eerste werkpakket focust op het ontwikkelen van een evaluatiekader voor de procesevaluatie van het Belgische drugsbeleid. Dit evaluatiekader bestaat uit vijf logic models: schematische voorstellingen over hoe een beleid zijn doelstellingen wil realiseren. Er wordt voor elk van de drie pijlers (Preventie; Zorg, schadebeperking en re-integratie; Handhaving) en de twee overkoepelende assen (Integraal en geïntegreerd drugbeleid en coördinatie; Epidemiologie, evaluatie en onderzoek van het
Belgische drugsbeleid) een logic model ontwikkeld. Deze logic models worden ontwikkeld op basis van een analyse van relevante beleidsdocumenten en aanvullende focusgroepen.
WP 2: Op basis van deze vijf logic models zullen we in een tweede werkpakket een uitgebreide procesevaluatie van het Belgische drugsbeleid uitvoeren. Hierbij richten we ons zowel op de implementatie als op de coherentie van het huidige beleid. Hiervoor worden eerst de relevante procesindicatoren geïdentificeerd, en vervolgens gemeten via zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden.
WP 3: Om een meer diepgaande evaluatie van het Belgische drugsbeleid te kunnen uitwerken, zal een derde werkpakket focussen op de evaluatie van een aantal specifieke, geïntegreerde en integrale interventies binnen het Belgische drugsbeleid. In dit werkpakket leggen we ons niet enkel toe op een procesevaluatie, maar wordt ook naar de output gekeken en, indien de data dit toelaten, naar de outcome.
WP 4:
In een vierde en laatste deel zullen we op basis van de bevindingen en een bijkomende focusgroep
beleidsaanbevelingen t.a.v. het Belgische drugsbeleid en de specifieke interventies formuleren.
De meerwaarde van dit project ligt in het bijzonder bij de procesevaluatie van het Belgische drugsbeleid. De beleidsevaluatie kan immers niet alleen het beleid adviseren in de besluitvorming, het kan ook nuttig zijn om middelen efficiënt toe te wijzen, te informeren over successen en tekortkomingen, en transparantie en verantwoording af te leggen (EMCDDA, 2017a; UNODC, 2017).