-
Medical and health sciences
- Allergology
- Rhinology
Meer dan twee decennia hebben we ons onderzoek gericht op het ontrafelen van de lokale immuunrespons bij allergische rinitis (AR) en chronische rinosinusitis met nasale polyposis (CRSwNP). Lokale IgE-productie, eosinofilie en een type 2-ontsteking zijn typische kenmerken van zowel AR als CRSwNP. Er zijn echter twee opvallende verschillen: de IgE-synthese bij AR is eerder allergeenspecifiek, terwijl IgE bij CRSwNP ‘polyclonaal’ is. Wij hebben een uitgebreide biobank samengesteld met gegevens van patiënten, waaronder comorbiditeiten, medische en chirurgische geschiedenis, geneesmiddelengebruik, symptoomscores, familiale geschiedenis, genetische en moleculaire data op bloed, nasaal weefsel en secreties. Door klinische gegevens te combineren met multi-omics data van verschillende aandoeningen van de bovenste luchtwegen, willen we de mechanismen achter AR en CRS ontrafelen en deze vertalen naar nieuwe behandelingen voor onze patiënten.