De studie zal zich richten op de belangrijkste kwesties die een significante invloed hebben op het instellen en behandelen van representatieve vorderingen in de EU en die niet geharmoniseerd zijn onder de Richtlijn 2020/1828. De nadruk ligt meer bepaald op de volgende drie probleempunten:

• Bewijslast, toegang tot bewijs en openbaarmaking van informatie,
• Financiering van collectieve schadevergoedingsacties, met een focus op financiering door derden en gerechtskosten, en
• Kwantificering van (immateriële) schade, vooral in gevallen waar inbreuken plaatsvinden in digitale omgevingen.

Naast Prof. Dr. Wannes Vandenbussche maken ook Prof. Dr. Peter Rott (Universität Oldenburg, Duitsland), Prof. dr. Alex Halfmeier (Leuphana Universität Lüneburg, Duitsland), dr. Laura Bugatti (University of Brescia, Italië) en Jagna Mucha (University of Warsaw, Polen) deel uit van het consortium.