De vraag naar kleine series of zelfs unieke producten blijft stijgen met een grotere variëteit en unieke productieprocessen tot gevolg. Manuele assemblage kan in deze context vaak een oplossing en de nodige flexibiliteit bieden. Echter, de combinatie van een hoge flexibiliteit en een hoge product variëteit doet de cognitieve belasting op operatoren in assemblage sterk toenemen. Bovendien kiest men vaak voor procedurele instructies om de operator te ondersteunen bij deze taak. Deze instructies worden echter vaak
onvoldoende of niet gebruikt. Operatoren hebben nood aan ondersteuning bij het assembleren van deze kleine series of unieke producten.
Echter, een operator die goed functioneert in een omgeving waar hoge flexibiliteit gewenst is, is vaak een type operator die nood heeft aan een zekere vorm van autonomie en het gevoel om zich competent te voelen tijdens de uitvoering van zijn taak. Procedurele instructies beknotten dit gevoel van autonomie en deskundigheid, wat het gebruik van dit type instructies vaak problematisch maakt.
Gedurende de voorbije jaren werd er aan de design.nexus onderzoeksgroep van Universiteit Gent onderzoek verricht rond deze problematiek en werd er gezocht naar de mogelijkheden om vanuit productontwerp de assemblage intuïtiever te maken. Analyse van het product (verbindingen, componenten, …) door de operator is namelijk een essentieel onderdeel van het assemblageproces en het ontwerp speelt een belangrijke rol in de manier dat operatoren deze verbindingen, componenten en samenstellingen ervaren en interpreteren.
Methodes van” user centered design” worden in dit framework toegepast op het assemblageproces en beschouwt hierbij de operator als een intuïtieve gebruiker van het product. Deze methodiek toont echter ook zijn waarde in andere fases van de productlevenscyclus, denken we aan onderhoud van het product als aan de demontage van het product.
Via dit Tetraproject hebben we dit framework concreet toegepassen en verfijnen voor toepassing in een reële industriële context.