Project

Circulair Onderhoud

Acronym
Circulair Onderhoud
Code
41C05619
Duration
01 April 2019 → 31 December 2022
Funding
European funding: various
Research disciplines
  • Engineering and technology
    • Control engineering
Keywords
maintenance
 
Project description

De procesindustrie is afhankelijk van fossiele grondstoffen en metalen voor de productie middelen (assets). Omdat natuurlijke grondstoffen eindig zijn is het van belang dat er slimmer omgegaan wordt met de grondstoffen die zijn opgeslagen in equipment en procesinstallaties. Het slimmer om gaan betekent het verlengen van de levensduur van equipement, voorkomen van ongewenste emissies, verlies aan materialen (door verbranding) en het ontwerpen van oneindig hergebruik van equipement. Veel van deze thema's hebben een directe relatie met onderhoud, economische gezien een significante factor. Alleen al in de regio Antwerpen Gent Zeeland Rotterdam wordt 2.000.000.000 euro per jaar uitgeven aan onderhoud in de procesindustrie. Door het efficiënter omgaan met hulpbronnen wordt de belasting op het milieu geminimaliseerd. Door innovatieve oplossingen voor oneindig hergebruik, worden fossiele grondstoffen verminderd. Daarnaast draagt het bij aan de bevordering van de groene groei.Op het terrein van afval loopt de grensregio in Europa voorop. In dit project wordt de koppositie versterkt, doordat het project aan de slag gaat binnen een nieuw gebied, namelijk het voorkomen van afval, als gevolg van een duurzamer gebruik van equipment en grondstoffen. Het streven van zowel de Nederlandse als de Vlaamse overheid is om in 2050 een circulair economie te hebben. (Ref. ‘ederland circulair in 2050’ https://www.circulaireeconomie nederland.nl/default.aspx, STARTNOTA Transitieprioriteit Circulaire Economie ‘LAANDEREN CIRCULAIR’https://www.vlaanderen.be/nl/vlaamse-regering/visie-2050 ). Relevante onderwerpen in deze transitie agenda's zijn daarbij levensduurverlenging, hergebruik, renovatie, repareerbaarheid en recyclebaarheid. Aansluitend op de nationale Nederlandse agenda, is in de Economische Agenda 2017-2021 van Provincie Zeeland opgenomen, dat het Kennis- & Innovatiecentrum Maintenance Procesindustrie (KicMPi) wordt gefaciliteerd bij de ontwikkeling van een ‘xperimenteergebied circulair maintenance’ Circulaire Economie in de maintenance sector is relatief nieuw én biedt volop kansen: besparingsmogelijkheden in kosten en kansen voor product- en bedrijfsinnovaties maar ook bredere bewustwording ten aanzien van CE bij de verschillende partijen (onderhoudsbedrijven, fabriekseigenaren, onderdelen en apparaten leveranciers, etc) en zeer specifiek betere bekendheid met innovaties die Circulair onderhoud bevorderen.. Afgelopen periode in 2017 en 2018 is er een onderzoek gedaan naar draagvlak van circulaire economie. Dit onderzoek is uitgezet onder de leden van KicMPi. Het onderzoek is gesteund door de Provincie Zeeland. Dit recente onderzoek heeft inzicht gegeven in draagvlak voor het opstarten van projecten inzake circulaire verdienmodellen bij onder andere: Yara Sluiskil, Tebodin, Dow Benelux, Hogeschool Zeeland, Oiltanking, Universiteit Gent, EVONIK Antwerpen, BEMAS en iRevitalize. Daarnaast is er een grote groep bedrijven die kennis wil nemen van ontwikkelingen en actief wil worden meegenomen om circulaire economie op gebied van maintenance in de praktijk concreet te maken. Door de beperkte beschikbaarheid van praktijkvoorbeelden is het van belang dat de bedrijven inzicht gaan krijgen over hoe zij aan de slag kunnen aan de hand van concrete "use cases" en "business modellen".

 
Role of Ghent University
Lifespan prediction and extension Reuse of equipment Ghent University studies the residual life prediction and the reuse of electric motors. When the Life Cycle Cost of an electrical machine is analyzed, it appears that the energy consumption of the machine is dominant compared to the investment cost. On the other hand, in the context of a circular economy, it must be determined what the economic trade-off is between renewing the engines or reusing refurbished engines in the event of breakage. Estimating the remaining lifespan of a machine is also important in this context. Specific research question: Currently, many induction motors are still active in the industry with a low efficiency class (
 
 
Disclaimer
Funded by the European Union. Views and opinions expressed are however those of the author(s) only and do not necessarily reflect those of the European Union or the European Regional Development Fund, ERDF. Neither the European Union nor the authority can be held responsible for any use the may be made of the information contained therein.